Chemotherapie: verstopping of constipatie

  • Tekenen die op een verminderde darmwerking kunnen wijzen, zijn minder vaak stoelgang hebben dan u gewoon bent, een opgezette buik, buikkrampen, een moeilijke stoelgang (weinig en hard) en verstopping (constipatie). Het kan zijn dat u zich misselijk voelt en moet braken.
  • Neem voldoende beweging, want beweging bevordert de darmwerking. Blijf zo weinig mogelijk in bed, als uw toestand dat toelaat. Mocht u toch bedlegerig zijn, probeer dan met uw armen en benen te bewegen en verander regelmatig uw houding.
  • Probeer zo regelmatig mogelijk stoelgang te maken (minstens 1x per dag). Dit gaat vaak samen met andere regelmatige gewoonten.
  • Stel de drang om naar het toilet te gaan nooit uit.
  • Neem voldoende tijd voor de ontlasting.
  • Maak uw huid schoon met zacht toiletpapier (niet schuren).
  • Was al deppend met een niet-geparfumeerde zeep. Spoel overvloedig met lauw water.
  • Neem geen geneesmiddelen zonder uw (huis)arts te raadplegen. Bepaalde geneesmiddelen kunnen verstopping bevorderen. Uw arts kan u de gepaste laxeermiddelen voorschrijven, indien nodig.
  • Controleer hoe vaak u stoelgang hebt en eventueel hoe uw stoelgang er uitziet (kleur) en is samengesteld (zacht, hard).
  • Raadpleeg uw arts:
    • wanneer u een onregelmatige stoelgang hebt.
    • wanneer u geen of veel minder stoelgang hebt dan voor uw behandeling.
    • wanneer u harde stoelgang hebt en uw ontlasting pijnlijk is.
    • als u last heeft van een opgezette buik.
    • als u buikpijn of buikkrampen hebt.
    • wanneer u zich erg misselijk voelt en moet braken.
    • wanneer u bloed in de stoelgang ziet of als uw stoelgang zwart gekleurd is.